Spelregels

P1070409-1024x500

Tafeltennisspelregels

De tafel

Het oppervlak van de bovenkant van de tafel, genaamd het "speelvlak", moet rechthoekig zijn, 274 cm lang en 152,5 cm breed en moet in een horizontaal vlak 76 cm boven de vloer liggen.

Het speelvlak omvat niet de zijkanten van het tafelblad.

Het speelvlak mag van elk materiaal zijn en moet een gelijkmatig stuitvermogen hebben van ongeveer 23 cm, wanneer een standaardbal wordt losgelaten vanaf een hoogte van 30 cm.

Het speelvlak moet gelijkmatig donker en mat gekleurd zijn, met een 2 cm brede witte zijlijn langs beide 274 cm lange randen en een 2 cm brede witte eindlijn langs beide 152,5 cm lange randen.

Het speelvlak wordt verdeeld in 2 gelijke "vlakken" door een verticaal net, dat evenwijdig loopt met de eindlijnen en doorlopend moet zijn over de gehele breedte tussen beide vlakken.

Voor dubbelspelen moet elk vlak verdeeld zijn in 2 gelijke halve vlakken door een 3 mm brede witte middellijn, die evenwijdig loopt met de zijlijnen; de middellijn moet beschouwd worden als deel van beide rechter halve vlakken.

De netcombinatie

De netcombinatie bestaat uit het net, de bevestiging daarvan en de netposten, inclusief de klemmen waarmee de netposten aan de tafel zijn vastgemaakt.

Het net wordt gespannen door een koord, dat aan beide einden aan een verticale netpost van 15,25 cm hoog is bevestigd. De buitenzijden van de netposten zijn 15,25 cm van de zijlijnen verwijderd. De bovenkant van het net moet zich over de gehele lengte 15,25 cm boven het speelvlak bevinden.

De onderkant van het net moet over de gehele lengte zo dicht mogelijk langs het speelvlak lopen en de einden van het net moeten zo dicht mogelijk aansluiten op de netposten.

De bal

De bal moet zuiver rond zijn met een diameter van 40 mm. Het gewicht van de bal moet 2,7 gram zijn. De bal moet van celluloid of een gelijksoortige kunststof zijn en moet wit of oranje gekleurd en mat zijn.

Het bat

Het bat mag van elke afmeting, vorm en gewicht zijn, maar het frame moet vlak en onbuigzaam zijn.

Ten minste 85% van de dikte van het frame moet uit natuurlijk hout bestaan; een kleefstoflaag in het frame mag versterkt zijn met vezelmateriaal zoals carbonvezel, glasvezel of geperst papier maar mag niet dikker zijn dan 7,5% van de totale bladdikte tot een maximum van 0,35 mm.

De bedekking van een zijde van het frame, die gebruikt wordt om de bal te slaan,moet zijn:

- gewoon nopjesrubber (nopjes naar buiten) met een totale dikte, met inbegrip van het plakmiddel, van maximaal 2 mm of

- sandwichrubber (nopjes naar buiten of naar binnen) met een totale dikte, met inbegrip van het plakmiddel, van maximaal 4 mm.

Gewoon nopjesrubber is een enkele laag niet-cellulair rubber, natuurlijk of synthetisch, met nopjes gelijkmatig verdeeld over het oppervlak met een dichtheid van niet minder dan 10 en niet meer dan 30 nopjes per cm2. "Sandwichrubber" is een enkele laag cellulair rubber, bedekt met een enkele buitenlaag gewoon nopjesrubber, waarbij de dikte van het nopjesrubber maximaal 2 mm mag zijn.

Het materiaal waarmee een zijde van het frame wordt beplakt, dient deze zijde geheel te bedekken, maar mag er niet buiten steken. Alleen de plaats vlak bij het handvat, die normaal door de vingers van de bathand kan worden vastgehouden, mag onbedekt blijven of bedekt worden met ieder ander materiaal.

Het frame, iedere laag van het frame en iedere bedekking- of kleefstoflaag aan een zijde, die gebruikt wordt om de bal te slaan, dient ononderbroken en van gelijke dikte te zijn. De oppervlakte van beide zijden van het frame, al dan niet bekleed met bedekkings materiaal, moet mat zijn; helder rood aan één zijde en zwart aan de andere zijde.

Geringe afwijkingen in de gelijkmatigheid van de kleur en van de volledigheid van de bedekking, die ontstaan zijn door verschieten respectievelijk slijtage of door een toevallige beschadiging, kunnen buiten beschouwing blijven, mits daardoor de eigenschappen van het oppervlak niet wezenlijk worden veranderd.

Aan het begin van een set en iedere keer als hij tijdens een wedstrijd van bat wisselt, dient een speler zijn tegenstander en de scheidsrechter het bat dat hij gaat gebruiken te tonen en hen toe te staan het te onderzoeken.

Speelvlak

De "eindlijn" moet worden beschouwd als zijnde onbegrensd verlengd in beiderichtingen.

Meer info op de website NTTB